GELUKT !! AANDACHT VAN KAMERLEDEN KOMT

Voor de zomer onze Kamervragen gemaild naar alle fracties: geen reactie.
Nu na het zomerreces van maar liefst 2 maanden is het de tweede werkweek Dinsdag 14 september gelukt!

Naar aanleiding van een incident van een volslagen onterechte UITHUISPLAATSING heeft dhr. Don Ceder het voor elkaar gekregen dat hij van het Presidium van de Kamer vragen heeft gesteld.
Want dan moet een Minister komen opdraven voor de Kamer…..
Na dhr. Ceder waren daar ook ineens dhr. De Neef VVD, dhr,Peters CDA, dhr, Hijink SP en mevr. Fleur Agema PVV die vragen gingen stellen.

OPROEP AAN OUDERS:
Wie wil meegaan als slachtoffer Jeugdzorg naar gesprekken met dhr. Ceder, dhr. de Neef, dhr. Peters, dhr. Hijink, Fleur Agema.
Wie helpt voor de nood van duizenden kinderen en ouders ? Tel. 0620673029

OPROEP AAN OUDERS:
Wie geeft een gift voor de vele onkosten voor al dit werk voor kinderen en ouders in nood?
AUB help ons ook financieel NL06INGB0007014855 t.n.v. Stichting Dutch Child Center

=========================================================================

DOWNLOAD Tweede Kamer Vragenuurvraag dhr Ceder CU

Vragenuur Dinsdagmiddag 14 september 2021 14.00 uur

VRAGENUURTJEVRAGEN

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.

Vragen Ceder CU – Christen Unie ( ingekort-DCC )

Aan de minister van Justitie en Veiligheid, bij afwezigheid van de minister voor Rechtsbescherming, over het bericht “Psycholoog verwisselt dossiers: verkeerde kind uit huis geplaatst”.

De voorzitter:
De heer Ceder heeft mondelinge vragen aan de minister van Justitie en Veiligheid, bij afwezigheid van de Minister voor Rechtsbescherming,

Dank u wel, voorzitter.
Als advocaat heb ik de afgelopen jaren veel familiezaken mogen meemaken. Ik heb veel verhalen van dichtbij mogen aanhoren over de pijn van verscheurde gezinnen en het spanningsveld tussen het beste willen voor het kind en de wetenschap dat dat niet altijd mogelijk is bij de ouders thuis. Dat is pijnlijk en dat heeft diepe indruk op mij gemaakt. De onmacht van de ouders, hun verhalen en hun gezichten zijn mij bekend. Die onmacht komt terug in een wel heel bijzondere zaak waarbij dossiers zijn verwisseld. Karel, 13 jaar oud, woont al 5 jaar in een pleeggezin. Maar wat blijkt? In 2016 is zijn dossier verwisseld met een andere Karel, waardoor zorgverleners hebben geoordeeld dat uithuisplaatsing nodig was. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?

De situatie van Karel is tekenend voor de kwaliteit van waarheidsvinding en de discussie die daaromtrent al een tijd aan het ontstaan is in de jeugdbescherming. Ik denk dat wij dat gesprek moeten blijven voeren. De vraag is wat de posities zijn van het kind en de ouders en welke positie zij daarin echt mogen hebben. Het is belangrijk dat we dieper naar de jeugdbescherming kijken, waarbij het belang van het kind vooropstaat en ouders als partners worden gezien in plaats van met wantrouwen worden behandeld. Deze moeilijke afweging moet te allen tijde gebaseerd zijn op correcte, juiste en actuele informatie.
Voorzitter. Ik heb een aantal vragen aan de minister. Erkent hij het feit dat als zo’n dossier sluit en niet meer ongedaan gemaakt kan worden zonder gevolgen, dat een enorme impact heeft op zo’n gezin? Hoe kijkt de minister naar het Actieplan Feitenonderzoek, waarbij we kijken of er wel juiste, correcte en deugdelijke informatie staat in de documenten aan de hand waarvan belangrijke beslissingen worden genomen? Zijn wat de minister betreft de verbeteringen die de afgelopen periode zijn ingezet, voldoende? Informatie die niet altijd actueel of juist is, blijft kennelijk in dossiers hangen. Mijn vraag is daarom: wordt er wel voldoende geluisterd naar ouders? Tot slot, hoe denkt de minister de structurele kwaliteit van de jeugdbescherming te verbeteren?
Voorzitter. Ik weet dat het om een individuele zaak gaat. Misschien kan de minister daar niet heel veel over zeggen, maar ik vraag hem toch om uit te weiden over hoe dit heeft kunnen plaatsvinden? En hoe kunnen we voorkomen dat dit soort belangrijke zaken, waarbij de relatie tussen ouders en kind op het spel staat, gewoon nooit meer kan gebeuren?

Minister Grapperhaus ( als plaatsvervanger voor Minister Sander Dekker ):
Voorzitter, dank.
Ik denk dat het goed is dat het lid Ceder hier voor deze materie aandacht vraagt. Uithuisplaatsing van een kind is een maatregel die diep ingrijpt in het leven van het kind zelf, de ouders en de omgeving. Daarom moet zo’n beslissing genomen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid en weging van alle omstandigheden en gevoelens. De maatregel is met allerlei checks-and-balances omgeven, zoals dat er meer bronnen moeten zijn en er sprake moet zijn van hoor en wederhoor.
Het bericht in de media waar de heer Ceder naar verwees, lijkt inderdaad een schokkend geval te zijn. Het is schokkend, omdat volgens de omschrijving in het bericht in deze casus de zorgvuldigheid die ik net schetste, niet op alle punten in acht blijkt te zijn genomen. Mijn collega Sander Dekker, de minister voor Rechtsbescherming, laat zich over deze casus deze week door zowel de betreffende gecertificeerde instelling alsook de Raad voor de Kinderbescherming nader informeren.
De heer Ceder zei al dat ik alleen al omwille van de privacy en het individuele karakter verder niet inhoudelijk op de casus kan ingaan, maar laat ik duidelijk zeggen wat ik net al zei. Zo’n besluit moet altijd gebaseerd zijn op meerdere bronnen en er moet altijd hoor en wederhoor zijn. Het moet dus ook hier de toets zijn of dat gebeurd is. Dat geldt ook voor een goed feitenonderzoek.
Daarmee komen we op het actieplan dat de heer Ceder aanroerde, het Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de jeugdbeschermingsketen, waar de raad, de GI’s en Veilig Thuis samen aan werken. Volgend jaar zal de evaluatie van het actieplan plaatsvinden. Dan wordt gekeken of de opgaven uit het actieplan inderdaad zijn gerealiseerd of dat aanvullende actie wenselijk is. Ik wil hier benadrukken dat mijn collega, vooruitlopend op die evaluatie, ook nu de vinger aan de pols houdt. We kijken of aanvullende maatregelen nodig zijn en we gebruiken ook deze en andere zich voordoende casuïstiek. Ik zeg toe dat uw Kamer in de voortgangsbrief jeugd van november daarover zal worden geïnformeerd. Dan zullen ook een paar van de andere punten die de heer Ceder noemde, zoals structurele verbetering, aan de orde komen, zodat die tijdens in het wetgevingsoverleg in de discussie kunnen worden betrokken.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Het is fijn om te horen dat de minister aangeeft dat hij naar aanleiding van deze zaak stappen gaat ondernemen en dat dit ook in de voortgangsrapportage samenkomt. Ik hoor graag wat de aanbevelingen daaruit zijn.
Ik vraag me toch iets af. Er spelen hier meerdere zaken. Het gaat enerzijds over onjuiste feiten die in een dossier komen. Ik vraag me af of de minister kan aangeven hoe wij dit kunnen voorkomen. Het gaat dus niet alleen om verbeteringen, maar ook om de vraag hoe het kan dat een rapport in een dossier komt dat kennelijk door niemand gecheckt wordt, behalve door de moeder. Zij heeft al vanaf het begin, toen ze de stukken las, aangegeven dat het niet klopt, maar werd niet gehoord. Hoe kunnen we de positie van de ouders verstevigen? Naast het feitenonderzoek, dat deugdelijk moet zijn, is ook een heel belangrijk uitgangspunt in de jeugdzorg dat de positie en het gehoord worden van ouders serieus meegenomen worden. Kan de minister aangeven hoe naast het feitenonderzoek de positie van ouders versterkt kan worden?

Minister Grapperhaus:
Over feitenonderzoek gesproken: het is van belang dat nu precies wordt nagegaan wat hier is gebeurd en hoe dit heeft kunnen gebeuren, als er dingen zijn die niet zo hadden moeten gebeuren. Ik heb al toegezegd dat we in de voortgangsbrief in aanloop naar het wetgevingsoverleg van eind november terugkomen op hetgeen je nu al uit dergelijke casuïstiek zou kunnen meenemen op het gebied van mogelijke aanscherping en verbetering en andere dingen met betrekking tot de positie van ouders, maar ook op structurele punten in het proces.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben blij en ik zal de rapportage afwachten. Tegelijkertijd ligt er een enorme opgave, ook voor ons als Kamer, als het gaat om de positie van ouders, feitenonderzoek en ervoor zorgen dat kinderen, nadat ze uit huis geplaatst worden, als dat kan zo snel mogelijk terug kunnen komen. Ik hoop dat wij als Kamer die handschoen oppakken in de komende dagen. Ik ga de voortgangsrapportage afwachten, maar ik hoor ook graag, als dat eerder kan, nadat de minister is geïnformeerd over deze specifieke casus, wat de uitgangspunten zijn en of er niet al gelijk maatregelen nodig zijn

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ceder. Er zijn een aantal vervolgvragen gekomen Allereerst de heer De Neef van de VVD, dan de heer Peters van het CDA en dan de heer Hijink van de SP.

De heer De Neef (VVD):
Ik wil de heer Ceder bedanken voor zijn mondelinge vraag. Het gaat hier over een absoluut kafkaëske nachtmerrie. Je kind wordt uit huis geplaatst terwijl er een dossier is verwisseld. Vervolgens krijg je een heel ijzingwekkend relaas. In de tijd dat ik nu in de Kamer zit, ben ik ook geregeld gemaild door ouders die hetzelfde hebben, of die in ieder geval fouten vermoeden in hun dossier. Mijn vraag aan de minister zou zijn: wat zou u nu tegen de ouders willen zeggen die dat vermoeden? Waar kunnen zij nu terecht om dit aanhangig te maken en wie ziet erop toe?

Minister Grapperhaus:
In algemene zin kan ik zeggen dat daar klachtencommissies voor zijn. Als een klager niet tevreden is over de wijze waarop de klacht wordt afgehandeld, dan heeft hij zelfs ook nog echt — ik kan dat niet genoeg benadrukken — een positie bij de Ombudsman. Ik ben het wel met de heer De Neef eens dat dit zulke wezenlijke dingen zijn in het bestaan van mensen — denk aan het gezinsleven; wat gebeurt er met mijn kinderen? — dat je, als je qua instanties het beeld kwijtraakt, inderdaad al snel het gevoel hebt dat je in een nachtmerrie van Kafka terechtkomt. Dat moeten we te allen tijde voorkomen. Bij elke nieuwe maatregel of verlenging van een maatregel moet overigens altijd opnieuw feitenonderzoek worden gedaan. Als we naar deze casus kijken, zien we dat er goed gekeken moet worden hoe dat in de opvolgende keren gebeurt. Het kan zo zijn — dat wil ik beslist niet goedpraten — dat ergens een initiële fout wordt gemaakt, maar omdat er telkens opnieuw feitenonderzoek plaatsvindt, moet dan blijken dat die fout is gemaakt. Dit moet daar allemaal onderwerp van zijn.

De voorzitter:
Ik kijk nog even naar de heer De Neef. Nee? Dan de heer Peters, CDA.

De heer Peters (CDA):
De minister spreekt terecht over een jeugdbeschermingsketen. Het gaat dan via wijkteams, via VeiligThuis, via de Raad voor de Kinderbescherming en via de jeugdrechter. Maar de gecertificeerde instellingen hebben het druk. Al vaker constateerde ik hier dat ik denk dat het niet alleen een keten is, maar ook de duurste en meest ingewikkelde rotonde van Nederland. De andere minister, minister Dekker, wilde er eerst niet aan om daar iets aan te doen. Toen wilde hij dat wel. Toen zei hij: ik ga het doen. Toen zei hij: ik doe het. Toen zei hij: er is geen weg meer terug. En nu hoor ik er niks meer van. Vindt u ook dat dit voorbeeld precies illustreert waarom die vereenvoudiging echt nodig is en dat we daar nu echt een beetje vaart achter zouden moeten zetten?

Minister Grapperhaus:
Ik vind het ingewikkeld als je het louter zegt op basis van een casus, zoals hier is beschreven, waarbij echt sprake is van “zoek de zeven fouten”, zou ik bijna zeggen, dus waarbij dingen gewoon echt mis zijn gegaan. Ik onderstreep wat het lid Peters heeft gezegd, namelijk dat er een geschiedenis achter zit. Vandaar dat dat Actieplan Feitenonderzoek ook al loopt. Ik denk wel dat we moeten kijken of we uit deze casuïstiek, deze casus en misschien ook andere casussen uiteindelijk onderaan de streep een conclusie kunnen trekken — dat zal in de voortgangsbrief aan de orde moeten komen — over verdergaande vereenvoudiging, zoals de heer Peters bepleit.

De heer Hijink (SP):
Een kind wordt uit huis geplaatst, niet op basis van foute informatie, maar op basis van een dossier van een ander kind en een dossier van een andere moeder. Het is natuurlijk superheftig als dat je overkomt. Ik wil de minister het volgende vragen. Mij doet het ook denken aan de Belastingdienst, aan wat we daar hebben gezien: als je één keer een kruisje achter je naam hebt, kan het zomaar zijn dat je totaal de vernieling in wordt geholpen, omdat die overmachtige overheid, waar je als individu tegenop moet boksen, niet meer thuis geeft en zelfs jaren later niet in staat is om gemaakte fouten te herstellen. Ik zou de minister willen vragen: wat gaat u nou doen, niet alleen voor dit gezin, maar juist ook voor vele anderen die in een vergelijkbare situatie zitten en die ook het gevoel hebben dat de informatie niet klopt op basis waarvan beslissingen worden gemaakt? Wat gaat u voor deze groep ouders doen?

Minister Grapperhaus:
Ik spits het even toe op deze problematiek. Daarbij heb ik gezegd dat uithuisplaatsing echt heel heftig is. Dat betekent dat daar een aantal hele stevige, strenge normen of toetsingscriteria voor gelden. We moeten goed bekijken — dat is mijn collega nu aan het doen — wat in deze casus nou precies de gang van zaken is geweest en hoe we die toetsingscriteria die we hebben, hierop toepassen. We moeten dus kijken of dingen daarbij gewoon niet goed zijn gedaan of niet goed zijn toegepast, of dat de toetsingscriteria die daarvoor zijn — dat is misschien ook een beetje het punt waar de heren Peters en De Neef op wezen — anders moeten. Deze toetsingscriteria sluiten namelijk niet uit dat er zaken gebeuren waarvan we allemaal zeggen: dat mag absoluut niet gebeuren. Maar ik zeg daarbij heel duidelijk: je moet eerst precies op een rij hebben wat er in deze casus wel of niet is gebeurd en wat we daaruit afleiden. Daar moet in die voortgangsbrief op worden teruggekomen.

Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter, ik wil u allereerst bedanken voor het agenderen van dit onderwerp. Het is niet echt gebruikelijk om een persoonlijke casus te agenderen voor het vragenuur, maar vroeger was u als collega-Kamerlid ook altijd erg betrokken bij de zaak. Ik kan me heel goed herinneren dat we in het verleden ook dingen samen hebben gedaan, bijvoorbeeld over waarheidsvinding. Dan verbijstert het mij zo dat er kennelijk dus nog altijd iets scheef gaat, iets misgaat, terwijl de Kamer iedere keer op haar achterste benen staat bij dit soort voorbeelden — dat is hier heel duidelijk en heel terecht — van een kind dat onterecht uit huis wordt geplaatst en onterecht van zijn ouders wordt afgenomen. Hoe is het mogelijk dat we kennelijk in een land leven waarbij per ongeluk een dossier wordt verwisseld, maar waarbij vóór de uithuisplaatsing niet opgemerkt wordt dat dit dossier verwisseld is? Hoe kan dat ook zo veel jaren later gebeuren, terwijl de Tweede Kamer zich er steeds weer over opwindt als er fouten worden gemaakt bij die waarheidsvinding?

Minister Grapperhaus:
Minister Dekker is nu bezig om die vraag goed beantwoord te krijgen. Hoe is dit gebeurd? Ik zei het net in antwoord op de heer Hijink al: betekent dit dat er in het veld fouten zijn gemaakt of dat het instrumentarium dat is aangereikt, niet goed is? Dat kan allebei. Ik blijf zeggen — mevrouw Agema vraagt daar terecht aandacht voor — dat we juist voor die individuele gevallen, individueel inzoomend, aandacht moeten hebben en moeten bekijken hoe we dat voor het individu, en voor dit individu, beter moeten doen. Dat moet immers uiteindelijk wel de strekking zijn van onze regelgeving.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan wil ik de minister van Justitie en Veiligheid van harte bedanken.

 

Vechtscheiding en jarenlange strijd met jeugdzorg: ‘Ik dacht ook dat dat alleen voor simpele zielen was’

Negen jaar geleden belandde Ilona Lambregts in een vechtscheiding. De nachtmerrie waarin ze daarna verzeild raakt, had ze nooit kunnen voorzien. Nog altijd mag ze met twee van haar drie kinderen geen contact hebben.

Rosanne Langenberg 06-09-21

Documentairemaker Ronald Voort legde Ilona’s eindeloze strijd met jeugdzorg vast in de filmische documentaire ‘In het belang van het kind’, die later deze maand verschijnt en grotendeels in haar thuishaven Bergen op Zoom is opgenomen.

,,Wie heeft er zin in taart? Mijn zoon is vandaag jarig.” Enigszins opgetogen begint Ilona aan het interview. Dat ze de betreffende zoon al drie verjaardagen niet ziet, wordt niet veel later duidelijk. Het verhaal van Ilona is niet uniek, maar wie zich nog nooit in het circuit van vechtscheidingen met kinderen heeft begeven, kan zich er waarschijnlijk moeilijk iets bij voorstellen.

,,Zelf dacht ik ook altijd: alleen simpele zielen hebben met jeugdzorg te maken. Inmiddels weet ik beter. Nu ik weet hoe het eraan toe kan gaan, wil ik mijn verhaal naar buiten brengen. Het systeem rond jeugdzorg moet echt anders.”

Allerminst soepel

Negen jaar geleden eindigt het huwelijk van Ilona en haar ex allerminst soepel. ,,Dan ga je samen zoeken naar een passende omgangsregeling voor de kinderen. Ik ben heel welwillend. Ik wil het beste voor hen, ben bereid een mediator in de arm te nemen, mijn eigen belangen aan de kant te zetten. Maar we komen er niet uit.’’

,,Op zeker moment stond jeugdzorg bij me op de stoep: mijn kinderen moesten uit huis geplaatst worden. Er leefde blijkbaar een angst bij de instantie dat ik naar het buitenland zou vertrekken met de kinderen. Die intentie heb ik nooit gehad.”

Als dit allemaal echt zo is, moet ik hier iets mee

Ronald Voort, journalist en documentairemaker

Als documentairemaker Ronald Voort het pad van Ilona kruist, luistert hij vol ongeloof naar de verhalen die ze vertelt. Acht uur lang praten ze over de afgelopen acht jaar uit haar leven.

Ilona Lambregts in de film: ‘Een eindeloze strijd die ik al negen jaar voer met jeugdzorg’. © Ronald Voort

Ronald: ,,Ik wist meteen: als dit allemaal echt zo is, moet ik hier iets mee. Maar ik zei haar ook eerlijk dat ik niet met maar één kant van een verhaal aan de slag kan gaan. Zodoende besloot ik in de wereld van jeugdzorg te duiken.”

Oudste dochter Myrthe is gevlucht

Net wanneer Ronald besluit zich in het onderwerp vast te bijten voor een mogelijke documentaire, precies een jaar geleden, krijgt hij telefoon van Ilona. Haar oudste dochter Myrthe, op dat moment 17 jaar, is uit huis geplaatst. Ronald: ,,Ook hier stak bij mij weer de vraag op: waarom? Myrthe zelf gaf aan niet bij haar moeder weg te willen. Is dat niet alles wat telt? De stem van het kind?” Ook Ilona heeft geen idee van de redenen achter deze uithuisplaatsing.

Als ik tranen laat zien, ben ik zwak. Als ik geen tranen laat zien, ben ik kil

Ilona Lambregts, moeder

Ilona: ,,Dit is de eindeloze strijd die ik al negen jaar voer met jeugdzorg. Wat ik ook zeg, ik word weggezet als moeder die de zorg niet aankan. Als ik tranen laat zien, ben ik zwak. Als ik geen tranen laat zien, ben ik kil. Dan sta je als moeder met je rug tegen de muur, machteloos. ”Myrthe komt terecht in een crisisopvang voor tienermoeders en drugsverslaafden. Een plek waar ze zich als gezond meisje niet thuis voelt.

Drastische beslissingen

Ronald zoekt naar antwoorden op de drastische beslissingen die jeugdzorg soms lijkt te nemen. ,,Al snel kwam ik erachter dat er niet een eenduidig beleid is binnen jeugdzorg. Beslissingen worden bijna altijd gemaakt nadat één gezinsvoogd een situatie heeft waargenomen. Terwijl: wat voor de één opmerkelijk gedrag is, is voor iemand anders niet meer dan normaal.”

Eindeloos wordt óver Myrthe gepraat, maar niet mét haar

Ronald Voort, documentairemaker

Ronald: ,,Wat ik waarnam in mijn researchperiode voor de film, is dat er in Myrthes geval eindeloos óver Myrthe wordt gepraat, maar niet mét haar. Met de documentaire hoop ik meer openheid te geven rond dit onderwerp.”

,,Nederland is kampioen in het uit huis plaatsen van kinderen vergeleken met andere landen. De grote vraag is: is dit alles nog in het belang van het kind? Wordt het kind hier beter van? De kijker mag zelf zijn oordeel vellen over het onderwerp.”

De betrokken jeugdzorginstelling Leger des Heils is door de filmmaker om een reactie gevraagd op het verhaal van Ilona Lambregts en is daar niet op ingegaan. De film is te zijn tijdens Film by the Sea op 12 september in Vlissingen.

BRON: Bron en meer

DOWNLOAD Vechtscheiding en jarenlange strijd met jeugdzorg

COMMENTAAR STICHTING DUTCH CHILD CENTER:
Veel ouders zullen zich herkennen in dit verhaal.

Alleen door fijne en respectvolle samenwerking kunnen we iets doen aan de wantoestanden bij
de jeugdhulp en bij kinderrechters. Liefst gewoon via mail en telefoon, niet via Facebook of zo.

Doe mee met DCC. Samen werkt beter.
[T] 0620673029

Mogelijk honderden kinderen uit gezinnen die de dupe waren van toeslagenaffaire, zijn uit huis geplaatst

De VOLKSKRANT   8 september 2021 Column Harriët Duurvoort

Het toeslagenschandaal lijkt voor velen naar de achtergrond verdrongen. De eerste gedupeerden kregen 30 duizend euro van de overheid, 70 duizend kinderen is een schadevergoeding toegezegd. Maar van eind goed, al goed is helaas geen sprake.

Toen het boegbeeld van de toeslagenslachtoffers Kristie Rongen, bekend van haar indrukwekkende optreden in het verkiezingsdebat tegen Rutte, onlangs ontsteld twitterde dat de dochter van een -toeslagenslachtoffer al sinds mei in een isoleercel in een Jeugdzorginstelling zit opgesloten, was mijn belangstelling gewekt.

Volgens Rongen en andere gedupeerden speelt ook Jeugdzorg een omstreden rol in de zogenaamde ‘toeslagengezinnen’. Terwijl juist deze hulpverleners naast ouders hadden moeten gaan staan.

Ik sprak de moeder van het meisje dat op dit moment in een isoleercel zit, Karin van Opstal. Ze is moeder van vier kinderen en student rechten (hbo) als ze in 2006 plotseling door de Belastingdienst op een fraudelijst blijkt te zijn gezet.

Ze heeft geen flauw benul waarom, ze heeft als student gewoon recht op kinderopvangtoeslag. Maar ze moet 56 duizend euro terugbetalen. Door het hardvochtige inningsbeleid van de Belastingdienst (men vordert 990 euro per maand) raakt ze haar huis kwijt.

In 2009, hoogzwanger, wordt ze uit haar huis gezet en zwerft vervolgens van adres naar adres, verblijft en slaapt bij vrienden en kennissen. Als ze is bevallen en haar baby tien dagen oud, wordt het kindje door – Jeugdzorg bij haar weggehaald. In de weken erna gebeurt dat ook met haar andere kinderen. Omdat ze geen eigen onderkomen heeft, met dank aan de Belastingdienst. Het is een traumatische ervaring.

Je zou verwachten dat hulpverleners die kinderen in zo’n kwetsbaar gezin moeten helpen, náást een moeder gaan staan, en naar de oorzaken van haar armoede gaan vorsen en vervolgens hun pijlen richten op de Belastingdienst. Wat waren veel gezinnen daarmee geholpen geweest.

In plaats daarvan wordt Karins gezin uit elkaar gerukt. De kinderen komen in verschillende pleeggezinnen en instellingen terecht. Karin mag ze aanvankelijk 1 uur per drie maanden zien, een regeling die een aantal jaar geleden wordt opgeschort. Zelfs haar verjaardagskaarten worden niet -bezorgd.

Haar dochter Michelle, nu 17 jaar, is sinds haar uithuisplaatsing, zoals dat zo vaak gaat, van pleeggezin naar pleeggezin naar instelling gestuurd, en komt uiteindelijk terecht in de Jeugdzorginstelling Midgaard. Daar wordt ze slachtoffer van seksueel misbruik door een medewerker. De zaak is landelijk nieuws.

Nadat ze een aantal zelfmoordpogingen heeft ondernomen, is ze nu opgesloten in een isoleercel bij Jeugdzorginstelling Pluryn. Ze heeft reuma, maar ligt op een dun matrasje en heeft het vaak koud. Maar vooral de eenzame opsluiting is gekmakend. De bedoeling was dat de isoleercel in de Jeugdzorg al eerder zou worden afgeschaft, maar vanwege de personeelstekorten is dat niet haalbaar.

Karins verhaal is niet uniek. Toeslagenslachtoffers verenigen zich steeds meer en zowel Rongen als Van Opstal vermoeden dat honderden kinderen uit huis geplaatst zijn. Dat is op zichzelf geen gekke gedachte, omdat kinderen die in extreme armoede terecht komen niet in een veilig geachte omgeving opgroeien.

Het is een cynisch besef dat de kosten van pleeg- en instellingszorg alleen al voor Karins vijf, meer dan tien jaar uit huis geplaatste, kinderen in de miljoenen lopen. De kosten voor verblijf en behandeling in een instelling bedragen jaarlijks tussen één en anderhalve ton euro, becijferde NRC Handelsblad.

Voor kinderen van de slachtoffers van de toeslagenaffaire die nog steeds niet thuis ­wonen, duurt deze hel onverminderd voort. Zij verdienen niet alleen geld, maar vooral ook hulp bij het vinden van hun weg in de maatschappij en hulp bij het terugkeren in hun gezin. Deze kinderen werden bij hun ouders, broertjes en zusjes weggerukt, terwijl hun ouders hen niet hebben mishandeld. Alleen de overheid heeft dat gedaan.

Michelles naam is om privacyredenen gefingeerd.

In een eerdere versie van de column stond dat 70 duizend kinderen een schadevergoeding ontvingen. Dat is onjuist: hen is een schadevergoeding toegezegd.

DOWNLOAD: Volkskrant Mogelijk honderden kinderen

Bron: https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/mogelijk-honderden-kinderen-uit-gezinnen-die-de-dupe-waren-van-toeslagenaffaire-zijn-uit-huis-geplaatst~bc426792/

 

DUTCH CHILD ook vandaag: voor de nood onder duizenden kinderen

—————————————————————————————
Vandaag van 9 – 15 uur bezig geweest 150 Kamerleden te mailen.
Er zijn altijd wel wat wijzigingen bij die Kamerleden en/of medewerkers.
Ik doe dat stuk voor stuk want als je het in 1 keer doet,
dan wissen de 150-filters van de Kamerleden je eruit en ……
is je mailing voor niets geweest.

Jan van der Kooi
M 0620673029

Aan de leden van de Tweede Kamer

Vragen voor Kamerleden

DEZE MAIL GING DONDERDAG 3 SEPTEMBER NAAR VELE  KAMERLEDEN EN MEDEWERKERS VAN DE OPPOSITIE

WE BELDEN WEER MET ENKELE MEDEWERKERS ……

(En dan blijkt dat Afghanistan en de formatie veel belangrijker zijn dan die 48.000 Nederlandse kinderen in grote nood. Het is    niet fijn om met medewerkers van Kamerleden te praten: er komen wel duizend excuses.
Maar vragen stellen of Schriftelijke Kamervragen    indienen is kennelijk heel moeilijk.  Jan van der Kooi)

MAANDAG  6 september een mail naar ALLE Kamerleden met de vraag voor een JEUGDZORGAFFAIRE      MAIL VOLGT

Mail DCC