Vragen gesteld door de leden der Kamer 2025Z01347 Vergaderjaar 2024–2025

Vragen gesteld door de leden der Kamer

2025Z01347
Vergaderjaar 2024–2025
“Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de artikelen «Jeugdzorg en Rechtsstraat: een systeem in crisis» en «Ouders kunnen bij de kinderrechter niet meer rekenen op een eerlijk proces» (ingezonden 28 januari 2025).

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het opinieartikel van de advocaten Mieke Krol en Richard Korver in het Algemeen Dagblad van 14 januari 2025 met de titel «Jeugdzorg en Rechtsstaat: een systeem in crisis»?1 Zo nee, zou u deze opinie willen lezen voor de beantwoording van de volgende vragen?

Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het artikel gepubliceerd bij Follow The Money
(FTM) op 9 januari 2025 onder de titel «Ouders kunnen bij de kinderrechter niet rekenen op een eerlijk proces»?2 Zo nee, zou u dit artikel willen lezen voor de beantwoording van de volgende vragen?

Vraag 3
Hoe beoordeelt u het signaal van veel verschillende advocaten in genoemde artikelen maar ook op sociale media dat rechters wetten en richtlijnen in jeugdzorgzaken verschillend interpreteren, waardoor rechtsongelijkheid ontstaat en de rechtsbescherming van ouders en kinderen wordt ondermijnd? Hoe kijkt u naar het zorgelijke signaal van deze advocaten dat zij de uitspraken van rechters nog nauwelijks kunnen uitleggen aan hun cliënten?

Vraag 4
Wat is de visie van u op het feit dat lagere rechters zich niet houden aan uitspraken van hogere rechters, en welke maatregelen worden overwogen om deze schending van gerechtelijke hiërarchie te corrigeren verwijzend naar de uitspraak van rechtbank Midden-Nederland d.d. 8 november 2024?

Vraag 5
Wat is uw visie op het feit dat verschillende rechters de uitspraak van de Hoge Raad met betrekking tot het perspectief verschillend interpreteren waardoor er rechtsongelijkheid kan ontstaan?4

Vraag 6
Hoe ziet u de aanduiding van rechtbanken als «ketenpartners» in jeugdzorg?

Vraag 7
Deelt u de mening dat het benoemen van de rechter als ketenpartner de onafhankelijkheid, althans het beeld hiervan, van de rechter/de rechtspraak in gevaar brengt?

Vraag 8
Deelt u de mening dat het elkaar als ketenpartner benoemen kan leiden tot een gevoel bij ouders en jongeren dat rechtbanken samenwerken en onderdeel zijn van het systeem en daardoor niet onafhankelijk en onpartijdig zijn?

Vraag 9
Gezien het feit dat overleg tussen instellingen en de rechtspraak en het maken van lokale afspraken over trends en ontwikkelingen mogelijk moeten zijn, deelt u de mening dat, om te voorkomen dat individuele zaken inhoudelijk besproken kunnen worden, gesprekken op stafniveau gevoerd moeten worden en dat rechters hierbuiten moeten blijven? Bent u ook voornemens
om dit vast te leggen in richtlijnen over het contact met externe partijen?

Vraag 10
Hoe oordeelt u over de praktijk waarin rechtbanken eenzijdig communiceren met jeugdzorginstanties zonder betrokkenheid van ouders of advocaten, zoals blijkt uit het FTM-artikel en het feit dat als gevolg van het ketenpartnerschap en het Collectieve Opdracht Routeer Voorziening (CORV)-systeem er rechtstreekse contacten tussen de gecertificeerde instellingen (GI’s)/Raad voor
de Kinderbescherming en rechtbanken/rechters zijn?

Vraag 11
Hoe kijkt u aan tegen het feit dat uit het FTM-artikel blijkt dat niet alle procespartijen toegang hebben tot de stukken die in het CORV-systeem worden gehangen en dat Hans Hofhuis CORV als «fundamentele fout» beschouwt als dat systeem ertoe leidt dat er buiten het zicht van ouders en advocaten wordt gecommuniceerd?

Vraag 12
Hoe kijkt u aan tegen het feit dat uit het FTM-artikel blijkt dat rechtbanken tegenover FTM stellen dat communicatie over proces-technische problemen niet met ouders gedeeld hoeven te worden? Deelt u de mening van Hans Hofhuis (oud-rechter) dat dit een lelijke misvatting is?

Vraag 13
Uit het artikel van FTM blijkt dat een algemene uitzondering voor procestechnische kwesties niet bestaat volgens Ruth de Bock, hoogleraar civiele rechtspleging en advocaat-generaal bij de Hoge Raad; kunt u aan de hand hiervan uitleggen hoe het kan dat de rechtspraak vindt dat het wel mogelijk is om zonder alle procespartijen over proces-technische kwesties te communiceren, terwijl Ruth de Bock aangeeft dat er geen uitzonderingen mogelijk zijn? Hoe kijkt u hier tegenaan?

Vraag 14
In beide artikelen wordt benoemd dat het fundamentele recht op hoor en wederhoor in zaken waarbij een kinderbeschermingsmaatregel wordt verzocht niet altijd wordt nageleefd en dat dit indruist tegen het artikel 6 van
het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), bent u hier bekend mee en bent u van plan dit te gaan borgen zodat partijen daadwerkelijk een eerlijk proces kunnen verwachten?

Vraag 15
Hoe verhoudt volgens u de praktijk van kortdurende verlengingen van uithuisplaatsingen zonder hoor en wederhoor zich tot het beginsel van een eerlijk proces?

Vraag 16
Welke maatregelen worden overwogen om verlengingen van uithuisplaatsingen die worden verlengd zonder hoor en wederhoor in verband met administratieve of organisatorische redenen bij de rechtbank te voorkomen?

Vraag 17
Hoe beoordeelt u de effectiviteit van de aanbevelingen van de reflectiecommissie familie- en jeugdrechters uit 2023 (het rapport «Recht doen aan kinderen en ouders») in het licht van de artikelen van FTM en de opinie uit het AD van Krol en Korver zoals benoemd in vraag 1 en 2?”

Download: Vragen gesteld door de leden der Kamer

KORT COMMENTAAR DUTCH CHILD:
Het rapport “Recht doen aan kinderen en ouders”
uit begin 2023 van de Reflectiecommissie
Familie- en jeugdrechters is:
een grote, grove, grondige aanklacht tegen die
kinder”rechters”. Deze zgn. kinder”rechters”
hebben in voorgaande jaren ruim 2000 kinderen
uithuisgeplaatst op verzoek van JB en de zo
gemene Belastingdienst. Ruim 300 kinderen
daarvan zijn overleden; oorzaken werden/worden
niet opgegeven. Ook dat nog. En ook niemand
werd ontslagen of zelfs maar berispt. Ook dat nog.

Kamervragen over de spoedverzoeken UHP 2024Z09067

Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contact) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de rechtsbescherming van ouders en kinderen bij spoedverzoeken aan de kinderrechter (ingezonden 27 mei 2024).

Vraag 1
Bent u bekend met het artikel van Tromp over de tekortschietende rechtsbescherming van ouders en kinderen bij spoedverzoeken aan de kinderechter? 1
Vraag 2
Deelt u de daarin neergelegde visie dat de urgentie om een spoedmaatregel te nemen niet afdoet aan de verplichting van de kinderrechter om de genomen beslissing controleerbaar en aanvaardbaar te motiveren, zowel ten aanzien van (i) de beslissing om zonder zitting een beslissing te nemen en ten aanzien van (ii) de concrete feiten en omstandigheden waarop de genomen beslissing rust?
Vraag 3
Deelt u de in het artikel neergelegde visie dat de rechtsbescherming van ouders (en kinderen) moet worden versterkt doordat wanneer beslissing is genomen zonder voorafgaande zitting, alsnog binnen uiterlijk drie dagen een zitting moet plaatsvinden?
Vraag 4
Deelt u de in het artikel neergelegde visie dat de rechtsbescherming van ouders (en kinderen) moet worden versterkt door toevoeging van een advocaat aan de ouders?
Vraag 5
Deelt u de in het artikel neergelegde visie dat bezien vanuit de artikelen 6 en 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) het besluitvormingsproces na een spoedverzoek de in het artikel beschreven gebreken vertoont?

LEES MEER, VOOR DE VOLGENDE VRAGEN:

Kamervragen over de spoedverzoeken UHP 2024Z09067

Maidenspeech Faith Bruyning tijdens het debat over de gesloten jeugdzorg

28 maart 2024  Maidenspeech Faith Bruyning

 

COMMENTAAR DUTCH CHILD:

En dan eind maart – na vier maanden wachttijd – haar maidenspeech.

Wat een woorden: mooie woorden, ernstige kritiek, snel zaken veranderen.
Wat ook een aanleiding om te speechen: een rapport over die onmenselijke gesloten jeugdzorg (al tientallen jaren) door JASON.

Gefeliciteerd met dit optreden in de Kamer!

GROTE VRAAG IS:
– wil je je ook inzetten voor alle sectoren(onderdelen) van de jeugdzorg;
– wii je je ook inzetten voor die drie(3) duizend UITHUISPLAATSINGEN per jaar (waarvan dan 500 met behulp van politie);

(De Diensten Jeugdbescherming moeten hoofdzakelijk leven van ……. uithuisgeplaatste kinderen)

– je gaf zelf aan contact te willen met DUTCH CHILD d.d 5 maart 2024 via Linkedin.

Mogen we binnenkort een gesprek met je (herhaald verzoek)?

Mona Keijzer geeft een tranentrekkende speech over jeugdzorg om STIL van te worden!

28 maart 2024  Speech van Mona Keijzer

COMMENTAAR DUTCH CHILD:

Mevr. Mona Keijzer was en is al langere tijd Kamerlid, afgewisseld af en toe met een staatssecretariaat.

Vele kabinetten, honderden Kamerleden, honderden hautaine ( hooghartige, laagdenkende) rijksambtenaren en de jeugdinstanties zelf deden NIETS aan de jeugdzorg.
WEGKIJKEN, dat was het enige. Weten zonder geweten: (tien)duizenden kinderen onterecht uithuisgeplaatst en maar WEGKIJKEN……
IK was in 2019 o.a. bij een urenlange commissievergadering in de Thorbeckezaal in de Kamer en mevr. Keijzer (toen nog CDA fractie): ze liep in en uit met haar telefoon.
Totdat de voorzitter opmerkte:”Als mevr. Keijzer tijd heeft, verzoek ik haar….”.
En zo werden en worden de Kamerleden bedrogen door die voortratelende minister De Jonge en Staatssecretaris dhr. Martin van Rijn- beide kampioenkletsers.
Van de kant van de CDA fractie door de jaren heen: JAMMER, JAMMER. DUTCH CHILD was drie(3) maal op bezoek bij dhr. Peters (fractie CDA): echt geen succes…..
We hopen maar dat na jaren en jaren er een verandering komt in het hele jeugdbeleid.
Te beginnen dan met een andere Jeugdwet…….Maar dan ben je ook al snel teleurgesteld in Kamerleden….
Wel per jaar € 125.000 per jaar verdienen, maar iets neerzetten : ho maar. Als Kamerlid moet je ook vooral niet op brieven reageren.