36708-30 03 juli 2025
Toeslagen
MOTIE VAN HET LID CEDER C.S.
Plenair debat (debat) – Debat over kritiek op het onderzoek van de jeugdbescherming naar de eigen rol bij de …
De Kamer, gehoord de beraadslaging,
overwegende dat meerdere rapporten concluderen dat de overheid momenteel niet in staat is om het welzijn van kinderen onder toezicht van de Staat voldoende te waarborgen;
overwegende dat het WODC gevraagd is om een wetenschappelijk onderzoek dat ziet op de inhoudelijke grondslagen en voorwaarden voor overheidsingrijpen in gezinnen en huishoudens en een herbezinning op de vraag welke waarden overheidsinterventies in een gezin rechtvaardigen en wat de legitimiteit is van de overheid om burgers te dwingen tot een vorm van bescherming;
overwegende dat gedupeerde ouders in een brief aan de Kamer pleiten voor de instelling van een staatscommissie, onder leiding van Mariette Hamer en Bart Tromp, die onderzoek doet naar uithuisplaatsingen om lessen te trekken voor een jeugdbeschermingsstelsel waar ouders en kinderen weer vertrouwen in kunnen hebben;
verzoekt de regering een staatscommissie in te stellen die:
-
een fundamentele analyse van de gewenste rol van de overheid bij het drang- en dwangkader van de jeugdzorg;
-
daarbij ook de rol van stakeholders zoals o.a. het onderwijs, de rechterlijke macht, bredere familie, de buurt en het maatschappelijk middenveld te betrekken;
-
daarbij beziet welke waarden overheidsinterventies in een gezin rechtvaardigen en wat de legitimiteit is van de overheid om burgers te dwingen tot een vorm van bescherming;
-
lessen trekt voor de praktijk op basis van de meest actuele wetenschappelijke kennis over de effecten van uithuisplaatsingen en terugplaatsıngen voor ouders en kinderen en welke hulp aan ouders bevorderlijk is in het tot stand brengen van duurzame terugplaatsing, en daarbij casussen waaronder de toeslagenaffaire meeneemt en bestaand onderzoek betrekt;
verzoekt voorts om in deze commissie stevige bestuurlijke en juridische expertise op te nemen, en daarbij de stem van de ouders en kinderen als ervaringsdeskundigen mee te laten wegen;
verzoekt voorts om het rapport in delen op te leveren, zodat per deelonderwerp het politieke gesprek zorgvuldig gevoerd kan worden;
verzoekt voorts het toekomstscenario met de succesvolle pilots en proeftuinen zonder vertraging voort te zetten,
En gaat over tot de orde van de dag.
Ceder
Bruyning
Westerveld
Inge van Dijk
Dijk
Download: Motie van het lid Ceder c.s. over instellen van een staatscommissie die onderzoek doet naar uithuisplaatsingen
COMMENTAAR DUTCH CHILD – op de motie Ceder c.s. m.b.t. instelling staatscommissie Jeugdbescherming
Dutch Child verwelkomt het voornemen tot instelling van een staatscommissie die zich fundamenteel buigt over de legitimiteit en werking van drang- en dwangmaatregelen in de jeugdzorg. Wij onderschrijven de noodzaak tot diepgaand onderzoek zoals bedoeld in de motie Ceder c.s. – juist gezien de structurele schade aan kinderen en ouders die voortkomt uit systemische disfuncties in het huidige stelsel.
Toch moeten wij met nadruk wijzen op een aantal cruciale lacunes in de motie.
1. Geen fundamentele toets aan kinderrechten en het EVRM
De motie rept niet over toetsing aan het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), noch aan fundamentele rechten onder het EVRM zoals artikel 8 (recht op gezinsleven) en artikel 6 (eerlijk proces). Dit terwijl in talloze dossiers juist deze grondrechten structureel zijn geschonden. Elke staatscommissie die de legitimiteit van overheidsingrijpen onderzoekt, moet deze verdragsnormen centraal stellen.
2. Waarheidsvinding blijft afwezig
Het ontbreken van een expliciete opdracht om de praktijk van gebrekkige of doelbewuste afwezigheid van waarheidsvinding in jeugdzorgdossiers te onderzoeken, is een ernstige tekortkoming. Duizenden ouders en kinderen zijn beschadigd door besluiten gebaseerd op halve feiten, subjectieve aannames en niet-geverifieerde meldingen. Zonder structurele analyse van dit kernprobleem blijft elke hervorming oppervlakkig.
3. Geen aandacht voor rechten van ouders en juridische misstanden
De rol van ouders wordt wel genoemd in termen van ‘ervaringsdeskundigheid’, maar niet als juridisch beschermde partij met eigen rechten. De staatscommissie zou moeten onderzoeken in hoeverre ouders door instanties structureel zijn uitgesloten, misleid of zonder toegang tot een onafhankelijk rechtsmiddel hun kinderen zijn kwijtgeraakt. Denk hierbij aan schendingen van hoor en wederhoor, obstructie van rechtsbijstand en het buitensluiten van gezaghebbende ouders bij cruciale beslissingen.
4. Feitelijke bevoegdheid jeugdbeschermingsplein en wijkteams wordt genegeerd
Een groot deel van het overheidsingrijpen gebeurt op informele, ondoorzichtige wijze via zgn. “overleggen” van jeugdbeschermingspleinen, waarin zonder formele beschikking feitelijke besluiten worden genomen die gezinnen ontwrichten. Dit betreft bestuursorganen in de zin van artikel 1:1 Awb. Deze praktijk moet niet alleen zichtbaar worden gemaakt, maar ook juridisch getoetst.
5. Onrechtmatige vermenging van hulp en dwang
De staatscommissie moet helder onderscheiden tussen vrijwillige hulp en drangmaatregelen. In de praktijk worden hulpverleningstrajecten vaak als ‘vrijwillig’ gepresenteerd, maar zijn feitelijk dwingend, onder dreiging van OTS of UHP. Deze schijnvrijwilligheid is een juridisch probleem en leidt tot rechtsongelijkheid en machtsmisbruik.
————————————————————————————————————————————————————————————————————
Tot slot:
Een échte staatscommissie mag geen politiek window dressing zijn. Wat nodig is, is een grondwettelijk en verdragsrechtelijk onderbouwd onderzoek met als centrale vraag:
In hoeverre handelt de overheid in de jeugdbescherming nog binnen de kaders van de rechtsstaat, en welke systemische hervormingen zijn nodig om de schade aan gezinnen te herstellen en de toekomst te beveiligen?
Dutch Child roept het parlement op om deze essentiële waarborgen en toetsingskaders alsnog expliciet op te nemen in de opdracht van de staatscommissie.
Zonder die fundamenten blijft het een onderzoek naar symptomen, niet naar oorzaken.