Vragen van de leden Bergkamp (D66), Van den Hul (PvdA) en Özütok (GroenLinks) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Rechtsbescherming over psychische mishandeling (ingezonden 16 juli 2020).
Vraag 1: Heeft u kennisgenomen van het rapport «Violence Against Women; Psychological Voilence and Coercive Control»?
Vraag 2: Bent u het ermee eens dat psychische mishandeling veel leed veroorzaakt bij slachtoffers?
Vraag 3: Welke definitie hanteert uw Ministerie met betrekking tot psychische mishandeling en op basis van welke wetenschappelijke bron?
Vraag 4: Op welke wijze pakt dit kabinet psychische mishandeling aan? Kunt u daarbij ingaan op de strafrechtelijke aanpak alsmede op het flankerend beleid om psychisch geweld tegen te gaan?
Vraag 5: Wat vindt u van de petitie «Maak psychisch geweld strafbaar»? Hoe heeft u opvolging gegeven aan deze roep om psychische mishandeling beter aan te pakken?
Vraag 6: Op welke wijze wordt in beleid en in programma’s van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het voorkomen van psychische mishandeling expliciet meegenomen? Wat zijn de resultaten daarvan? Kunt u daarbij een uitgebreide onderbouwing geven?
Vraag 7: Op welke wijze wordt in beleid en in programma’s van het Ministerie van Justitie en Veiligheid het voorkomen van psychische mishandeling expliciet meegenomen? Wat zijn de resultaten daarvan? Kunt u daarbij een uitgebreide onderbouwing geven?
Vraag 8: Maakt de politie onderscheid tussen het registreren van fysieke mishandeling en psychische mishandeling? Zo ja, welke definitie wordt daarbij gehanteerd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9: Zijn rapportages of cijfers beschikbaar hoe vaak er aangiftes zijn met betrekking tot enkel psychische mishandeling, dus zonder andere feiten? In hoeveel gevallen leidt dit tot een veroordeling? Kunt u aangeven hoe het met de aangiftebereidheid gesteld is?
Vraag 10: Zijn rapportages of cijfers beschikbaar hoe vaak er aangiftes zijn met betrekking tot psychische mishandeling in combinatie met andere vormen van mishandeling, zoals fysiek en zeden? En hoe vaak dit leidt tot een veroordeling?
Vraag 11: Registreert Veilig Thuis ook op psychische mishandeling? Zo ja, hoe en op basis van welke definitie en is er informatie over het aantal meldingen? Zo nee, waarom niet? Registreren hulpverleners en psychologen ook psychische mishandeling?
Vraag 12: De definitie van kindermishandeling in de Jeugdwet omvat ook psychische mishandeling, terwijl psychische mishandeling niet expliciet strafbaar is in het Wetboek van Strafrecht; deelt u de mening dat dit tot verwarring en frustratie kan leiden bij hulpverleners en slachtoffers wanneer zij aangifte willen doen?
Vraag 13: Heeft u er zicht op in hoeverre bij uitgevaardigde huis- en straatverboden (ook) sprake is van psychisch geweld?
Vraag 14: Kunt u aangeven hoe vaak er bij (vermoedelijk) psychisch geweld overgegaan wordt tot het ambtshalve vervolgen?
Vraag 15: Is de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voldoende geëquipeerd om ook meldingen te ontvangen over psychische mishandeling? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Vraag 16: Hoe verhoudt de huidige beleidsmatige en programmatische inzet gericht op de preventie en aanpak van psychisch geweld zich tot artikel 33 van de Istanbul Conventie?2 Bent u van mening dat hiermee aan de verdragsverplichting is voldaan? Zo ja, op welke wijze?
Vraag 17: Hou verhoudt deze inzet zich tot artikel 19 van het Kinderrechtenverdrag en General Comment nr. 13 bij dat verdrag?3
Vraag 18: Op welke manier worden ervaringsdeskundigen betrokken bij het ontwikkelen van beleid en interventies om psychische mishandeling tegen te gaan?
Vraag 19: Wat is uw oordeel over het huidige handhavingsniveau van psychische mishandeling? Wat vindt u van de veronderstelling dat door het ontbreken van een expliciete strafbaarstelling van psychische mishandeling mogelijk slachtofferschap niet herkend wordt en de opsporing en vervolging zich ten onrechte en onvoldoende richten op de bestrijding ervan?
Vraag 20: In hoeverre draagt het programma «Geweld hoort nergens thuis» bij aan een hoger beschermingsniveau van (potentiële) slachtoffers van psychische mishandeling?
Vraag 21: Worden bij de uitvoering van dit programma ook signalen opgevangen van eventuele problemen in de strafrechtelijke aanpak van psychische mishandeling? Zo ja, welke problemen zijn dat?
Vraag 22: Klopt de veronderstelling dat in veel strafzaken rond psychische mishandeling vooral de bewijsbaarheid en verjaring problematisch zijn? Zo ja, welke mogelijke oplossingen zijn hiervoor denkbaar?
COMMENTAAR STICHTING DUTCH CHILD CENTER:
Het is een vloeiende overgang van verbaal geweld via
gaslighting ( dwingend zeggen) naar geestelijke mishandeling.
Er niet veel voor nodig om kinderen te vertellen dat er met
die andere ouder wel een heleboel mis is.
Het is zo maar geregeld: als voogd JB zeg je dat er
een bezoekregeling komt van 1 uur in de 6 weken.
En zo zijn er vele, vele honderden voorbeelden
van geestelijke mishandeling.
Stichting Dutch Child Center schreef over VERBAAL GEWELD
naar de Vaste Kamercommissie VWS Jeugd:
zoals altijd– voor kennisneming aangenomen.
Wie die brief wil lezen: mail even.