Politieke onvrede na kritisch rapport jeugdzorg: ‘Het is één grote shitzooi’

Omroep-West, Frank van Deutekom 15 mei 2025

DEN HAAG – ‘Ik vind het bizar. Het is gewoon één grote shitzooi.’ Het Haagse raadslid Fatima Faïd van de Haagse Stadspartij is woedend over wat ze leest in het rapport van de Jeugdombudsman over de jeugdhulpverlening in Den Haag. Die hulpverlening gaat bijna anderhalf jaar na een forse reorganisatie niet goed. Ook andere fracties in de gemeenteraad zijn niet blij.

‘We moeten nu als gemeente ECHT ECHT ECHT met de samenwerkingsverbanden gaan zitten om deze problemen op te lossen’, zegt Anthony Uduba van de VVD in de Haagse gemeenteraad. ‘Het moet nu worden opgelost. Het gaat hier om mensen en om jongeren.’
De Jeugdombudsman presenteerde woensdag een zeer kritisch rapport over de stand van zaken bij de jeugdhulpverlening in Den Haag. Veel dingen die simpel lijken gaan niet goed. Zo worden klachten niet of nauwelijks geregistreerd en is informatie niet te vinden of klopt die niet.
Bovendien is het voor ouders en kinderen onduidelijk wanneer ze van wie ondersteuning kunnen verwachten. En zo gaat het rapport door.

Over de schutting
Faïd van de Haagse Stadspartij: ‘We hebben alles over de schutting gegooid naar twee organisaties. De gemeente heeft totaal geen zicht op hoeveel klachten er zijn, maar wij zijn wel verantwoordelijk. Het is heel erg om te lezen. En dit gaat over heel basale dingen die gewoon geregeld moeten zijn.’

Jeugdhulpverlening in Den Haag

Sinds 1 januari 2024 zijn twee organisaties verantwoordelijk voor de jeugdhulpverlening in Den Haag. Dat zijn Kracht en rondomJou. Beiden werken in een specifiek deel van de stad.

Hiervoor is gekozen, omdat de gemeente meer grip wilde op de jeugdhulpverlening. Voor 1 januari 2024 waren er zo’n 190 hulpverleningsorganisaties actief.

Door te kiezen voor twee clubs moest het voor ouders en kinderen duidelijker worden waar ze voor hulp terecht konden. Bovendien had de gemeente op deze manier meer grip op de kosten.

Het rapport van de Jeugdombudsman stelt echter dat dit na bijna anderhalf jaar nog niet is gelukt.
Fractievertegenwoordiger Demi van Wijk van D66 is iets diplomatieker. ‘Het rapport is zorgwekkend, want iedereen zou makkelijke toegang moeten hebben tot zorg. Er moet veel meer gebeuren om ervoor te zorgen dat jongeren tijdig hulp krijgen en waar nodig ondersteuning bij hun aanvraag.’

Veel onduidelijkheid
In het rapport van de Jeugdombudsman staat dat de informatie aan ouders vaak onduidelijk is en zelfs verschilt per website. Ook constateert de instantie dat klachten niet worden geregistreerd waardoor er ook niet van te leren is.
Een ander belangrijk punt vindt de Jeugdombudsman dat ouders, in gesprekken met de organisaties die zorg moeten leveren, niet wordt verteld hoe lang ze moeten wachten op zorg. Ook worden ze niet verwezen of voorgelicht over mogelijke alternatieven.

Nu echt oplossen
Fractievertegenwoordiger Lisa van der Voort van de Haagse GroenLinks-fractie vindt het ook echt tijd voor actie. ‘Het komt me allemaal heel bekend voor’, zegt ze. ‘We praten veel met ouders. Samen met de PvdA hebben we bijna een jaar geleden een zwartboek aangeboden aan de wethouder waarin deze signalen ook allemaal stonden.’
‘Dan zie ik nu de aanbevelingen die worden gedaan en die lijken me eigenlijk te simpel voor woorden. Het is echt zaak dat we het nu gaan oplossen.’
Fatima Faïd (Haagse Stadspartij)
Fatima Faïd (Haagse Stadspartij) © Omroep West
De Haagse Stadspartij wil dat verantwoordelijk wethouder Hilbert Bredemeijer binnen twee weken met een plan komt om deze problemen de wereld uit te helpen. ‘Als hij dat niet doet dien ik een motie van wantrouwen in’, zegt Fatima Faïd.
Met zo’n plan kan de wethouder daar onderuit komen, maar bij Faïd komt sowieso met een motie van treurnis. ‘Ik vind het echt stuitend.’

Reacties

De gemeente wil niet reageren op het rapport van de Jeugdombudsman. Verantwoordelijk wethouder Hilbert Bredemeijer wil het rapport eerst bestuderen en pas over enkele weken een reactie sturen aan de gemeenteraad.
Omroep West heeft de organisaties Kracht en rondomJou ook om een reactie gevraagd.
Directeur Steinbusch van Kracht laat schriftelijk weten: ‘Wij zullen het rapport bestuderen en onderzoeken of er nog acties niet voldoende opgepakt zijn. Mocht dat zo zijn dan nemen we daar uiteraard alsnog actie op.’
Organisatie rondomJou heeft niet gereageerd.

Bron: Politieke onvrede na kritisch rapport jeugdzorg: ‘Het is één grote shitzooi’

Download artikel:  Politieke onvrede na kritisch rapport jeugdzorg

Biologische ouders van ontvoerde kinderen uit Dalfsen overgeleverd aan Nederland

De politie deed onderzoek bij de woning van de Enschedese advocaat.
© SPS Media, Dennis Bakker
RTV OOST, Daan Brunsman 15 mei 2025

De biologische ouders van de twee kinderen die eind maart werden ontvoerd in Dalfsen zijn overgeleverd aan Nederland. Dat laat het Openbaar Ministerie weten aan RTV Oost. De twee kinderen werden enkele jaren geleden uit huis geplaatst en verbleven bij een pleeggezin in de regio Dalfsen. Daar werden ze ’s ochtends meegenomen, richting België, door hun biologische ouders.
De ontvoering kwam eind maart groot in het nieuws. De politie maakte zich ernstig zorgen over de gezondheid van de kinderen en verstuurde een Amber Alert. Dit gebeurt alleen bij hoge uitzondering Nederlandse gevangenis
Diezelfde nacht werden de kinderen in goede gezondheid gevonden. Ze verbleven in een buitenverblijf van hun biologische ouders, in het Vlaamse Oudenaarde. Deze plaats ligt op zo’n dertig kilometer van de Franse grens.
De biologische ouders werden woensdagmiddag overgebracht naar een Nederlandse gevangenis. Eind deze week worden ze voorgeleid aan de onderzoeksrechter. Die bepaalt of ze langer vast blijven zitten. Het stel wordt verdacht van ontvoering.

‘In de puntjes voorbereid’

De biologische vader van de twee kinderen is een 54-jarige Enschedese advocaat. Buurtbewoners verklaarden op de avond van de ontvoering aan RTV Oost dat de man de daad tot in de puntjes zou hebben voorbereid.

Politie doet onderzoek aan de Holtwiklanden in Enschede

In de dagen voor de ontvoering zou hij zich steeds vreemder hebben gedragen. Eén dag voor de ontvoering stond zijn auto volgens buurtbewoners urenlang pal tegen de ingang van zijn huis aan de Holtwiklanden. Hij zou er allerlei spullen in hebben gepakt.

Bron: Biologische ouders van ontvoerde kinderen uit Dalfsen overgeleverd aan Nederland

Download artikel:  Biologische ouders van ontvoerde kinderen uit Dalfsen

Commentaar DUTCH CHILD

Een moeder en vader (advocaat in Enschede) zijn gearresteerd omdat zij met hun kinderen zijn gevlucht naar hun vakantiehuis in het zuiden van België.
De kinderen waren waarschijnlijk uithuisgeplaatst en verbleven in een pleeggezin in Dalfsen (Overijssel), volgens deze persberichten van RTV-Oost.
Ook deze ouders waren op de vlucht voor jeugdinstanties (Zie bij DCC Nieuws van 27-11-2024: vluchten voor jeugdinstanties).
Jeugdinstanties, die alles op alles zetten om via de autoriteiten van de Centrale Raad Kinderbescherming in Den Haag, via ambtenaren in justitiekringen en via de politie om die kinderen met spoed terug te plaatsen waarschijnlijk weer bij het pleeggezin in Dalfsen.
En om deze verzorgende en zeer betrokken ouders te arresteren.
RTV-Oost meldt nu dat beide ouders als criminelen zijn overgebracht naar een gevangenis in Nederland.
Dit is afschuwelijk en niet passend in een zich rechtsstaat noemend Nederland.
Opmerkelijk is, dat de vader ZELF advocaat is/was en ZELF waarschijnlijk GEEN andere uitweg meer zag …..

OPROEP:
Wie kan Dutch Child meer informatie geven over deze intrieste gang van zaken.
Hier wordt weer een bewijs geleverd, dat we in Nederland te doen hebben met tirannieke jeugdinstanties, die alle medewerking inroepen en krijgen
om hun uithuisgeplaatste kinderen weer met spoed in een pleeggezin terug te plaatsen en om de beide zorgende ouders te arresteren i.v.m.
onttrekking aan het gezag van diezelfde tirannieke jeugdinstanties over die kinderen.
Jeugdinstanties beheren kinderen en gijzelen kinderen, hier is waarschijnlijk weer een bewijs.
Uw informatie wordt vertrouwelijk behandeld.

[E]
[M] 0620673029

 

Uithuisplaatsingen vereisen wetenschappelijk onderzoek

door Mieke Krol & Richard Korver

Geen van de recente onderzoeken naar de uithuisplaatsing van kinderen in de toeslagenaffaire biedt echt inzicht in de toedracht, stellen jeugdrechtadvocaten Mieke Krol en Richard Korver. Ze pleiten voor onafhankelijk, wetenschappelijk onderzoek.

Het onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid naar de toeslagenouders en de uit huis geplaatste kinderen is een gemiste kans, schreven wij op 22 maart 2022 in het AD. We stelden dat het onderzoek onvolledig zou zijn aangezien de uitkomst van dat onderzoek geen compleet beeld kon geven over de omvang van de uithuisplaatsingen. Het betrof immers een onderzoek op ‘systeemniveau’.

Uiteindelijk bleken de zorgen terecht, doordat er een systeemanalyse en niet een individuele analyse heeft plaatsgevonden. Er is niet echt gekeken naar concrete zaken. De betrokken justitiabelen hadden daarom niets aan dit onderzoek. De Inspectie ging in het algemene onderzoek ook niet echt in op de samenloop tussen de schuldenproblematiek van de ouders en de uithuisplaatsing van hun kinderen. Was er nou wel of niet een samenloop? De Inspectie liet het in het midden.

In de Tweede Kamer riep Pieter Omtzigt in 2021 al dat er een onafhankelijk onderzoek moest komen. Verder vroeg de Kamer de regering voorstellen te doen hoe en wanneer de kinderen en ouders herenigd kunnen worden waar de uithuisplaatsingen nog voortduren. Op 10 februari 2023 schreven wij opnieuw een opinie. Want wat was de stand van zaken over dat onafhankelijk onderzoek? Het leek erop dat de toenmalige minister de dossiers liever gesloten hield voor vreemde ogen: dat onafhankelijk onderzoek was er nog steeds niet. Wel is er toentertijd een wet door de Kamer gekomen om gegevens van ouders en kinderen vrij te geven aan instanties zoals de Raad voor de rechtspraak, de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instellingen. Vreemd. Waarom wel alle instellingen die zelf de uithuisplaatsingen mogelijk maakten de kans geven om te kijken hoe ze het zelf hebben gedaan, maar echt onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek, zoals de Rijksuniversiteit Groningen voorstelde, onmogelijk maken? Dat onderzoek had in 2022 al een opzet waardoor duidelijk kon worden of er kinderen ten onrechte uit huis waren geplaatst door de schulden die de overheid aan de ouders oplegde. Het gaf bovendien mogelijkheden om dossiers te vinden waar gezinshereniging echt ter hand zou moeten worden genomen. Uiteindelijk heeft deze wet de mogelijkheid geboden voor wetenschappelijk onderzoek, maar zonder opdracht, geen onderzoek. U raadt het al: die opdracht kwam er niet.

Inmiddels is het nu mei 2025 en wat is de stand van zaken?

Het rapport van de Commissie-Hamer die de opdracht kreeg om onderzoek te doen, is eindelijk klaar. Dat rapport legt het totale disfunctioneren van de jeugdzorg duidelijk bloot. Dat is nadrukkelijk niet alleen het geval in zaken van toeslagenouders die te maken hebben met jeugdzorg maar veel breder. 

Maar ook Hamer trekt geen stevige conclusies. Het rapport van Hamer gaat ervan uit dat er waarschijnlijk een samenhang is tussen de schuldenproblematiek van de ouders en de uithuisplaatsingen. Maar wat is ‘waarschijnlijk’? Waarom niet echt een wetenschappelijk onderzoek dat het duidelijk maakt? Helemaal zorgelijk is dat de betrokken instellingen eigenlijk demonstreren waarom een slager niet zijn eigen vlees moet keuren. De Raad voor de Kinderbescherming, de Rechtspraak en de gecertificeerde instellingen hebben allemaal hun eigen dossiers onderzocht. U raadt het al: wij van WC-Eend hebben geen samenhang gevonden.

Wat Hamer ons leert en wat de gedupeerde ouders recent in hun noodkreet hebben geroepen, moet ook echt gebeuren, namelijk: onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek met daarbij een multidisciplinaire analyse of ouders en kind weer herenigd kunnen worden. Echt onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek is nodig om te kunnen verklaren hoe die uithuisplaatsingen tot stand kwamen.

Het zou het kabinet sieren om alsnog na drie jaar de opdracht te geven voor aanvullend en verdiepend wetenschappelijk onderzoek. Nog langer wachten, betekent dat straks alle kinderen volwassen zijn. Dan wordt de potentiële schade(claim) alleen maar groter.

Mieke Krol & Richard Korver, jeugdrechtadvocaten.

Bron: Uithuisplaatsingen vereisen wetenschappelijk onderzoek

Download artikel:  070525 Uithuisplaatsingen vereisen wetenschappelijk onderzoek

COMMENTAAR DUTCH CHILD:
Uithuisplaatsen is een zwaar of het zwaarste middel om kinderen te beschermen volgens de wet.
De gevolgen van een uithuisplaatsing zijn ontstellend groot en leidt in vele gevallen tot ouderverstoting-ovs.
Zowel jeugdinstanties als kinder”rechters” beseffen nauwelijks de ernst ervan.
UHP’s zijn zo traumatiserend, dat kinderen en ouders daaronder psychisch lijden.
Daarom moet alles erop gericht zijn dat uithuisplaatsen moet worden voorkomen.
Maar wat als jeugdinstanties moeten bestaan van UHP-kinderen?
Als jeugdinstanties ook zelf zorg gaan verlenen zoals WSG?
Wetenschappelijk onderzoek is hard nodig onder en voor die 3100 kinderen in de Toeslagaffaire.
En dan onder en voor die 3000 nieuwe UHP’s per jaar bij de Jeugdzorgaffaire.
Waar zijn JB, WSG en LdH mee bezig?
Wat doen wij als ouders? Doet u mee met DCC?

Vragen van het lid Faith Bruyning

2025Z08274

(ingezonden 24 april 2025)

Vragen van het lid Faith Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over kindverhoor naar aanleiding van de podcast ‘Scheidszaken’ van het NOS Jeugdjournaal.

1. Herinnert u zich de vragen van het lid Bruyning van 22 juli 2024 over kindgesprekken van kinderen bij rechters, naar aanleiding van de podcast ‘Scheidszaken’ van het Jeugdjournaal?[1]
2. Heeft u nog kennis van uw beantwoording op deze vragen, die aan de Kamer is verzonden op 30 augustus 2024?[2]
3. Herinnert u zich de aanvullende vragen van het lid Bruyning over kindgesprekken van kinderen bij rechters, naar aanleiding van de podcast ‘Scheidszaken’ van het Jeugdjournaal, ingestuurd op 18 februari 2025?[3]
4. Heeft u nog kennis van uw beantwoording op deze vragen, die aan de Kamer is verzonden op 2 april 2025?[4]
5. Staat u nog steeds achter de beantwoording, dat volgens het VN-Kinderrechtencomité kinderen gehoord dienen te worden in een omgeving die niet intimiderend of vijandig is en waarin rekening wordt gehouden met de leeftijd van het kind?
6. Kunt u specifiek aangeven in welke gerechten kindvriendelijke ruimtes (nog) niet beschikbaar zijn? Kunt u aangeven wanneer kindvriendelijke ruimtes wel overal bij elk gerecht beschikbaar zijn en daadwerkelijk worden gebruikt en hoeveel er dan per gerecht beschikbaar zijn? Kunt u aangeven waarom vraag 7 van de hiervoor genoemde aanvullende vragen [5] niet volledig is beantwoord?
7. Kunt u gespecificeerd aangeven welke gerechten kinderen een andere dag oproepen voor het kinderverhoor en dus niet dezelfde dag als de ouders? Kunt u aangeven welke gerechten kinderen nog horen op dezelfde dag als dat ouders een zitting hebben? Kunt u ook aangeven welke afwegingen de gerechten maken als zij kinderen wel voorafgaand aan de zitting willen horen, met het risico op mogelijke onwenselijke confrontaties? Hebben ouders zelf invloed op het laten horen voorafgaand aan de zitting?
8. Kunt u aangeven waarom er onderscheid gemaakt is in civiele jeugdrechtzaken en gezag- en omgangszaken voor de planning van een kindverhoor? Vindt u dit onderscheid niet vreemd, omdat een kind in zowel een civiele jeugdrechtzaak als een gezags- en omgangszaak opgeroepen kan worden en de minderjarige de ene keer dus wel op een juiste wijze gehoord wordt en de andere keer niet?
9. Klopt het dat u ondanks meerdere toezeggingen nog altijd niet in gesprek geweest bent met de initiatiefnemers van de in de aanvullende vragen [6] vermelde brandbrief van 2 september 2024 over het participatierecht van kinderen en het kindgesprek bij de rechters? Hoe kijkt u aan tegen het feit dat er meer dan een halfjaar later nog altijd geen gesprek is geweest met de initiatiefnemers over een brandbrief?

 

Download artikel:   Vragen van het lid Faith Bruyning

RECHTERS FOUT: GEZAG ONTERECHT AFGEPAKT

EUROPEES HOF VEROORDEELT NEDERLAND VOOR ONTERECHTE BEËINDIGING OUDERLIJK GEZAG

In een baanbrekende uitspraak in een zaak die ik namens een cliënte heb aangespannen heeft het Europees Hof op 15 april 2025 Nederland veroordeeld voor de schending van de mensenrechten. Het Hof oordeelde dat de rechtbank ten onrechte en te snel het ouderlijk gezag van een moeder heeft beëindigd, na een korte periode van uithuisplaatsing. Het Hof vindt dat er te snel is opgegeven om het dochtertje thuis te plaatsen, er onvoldoende onderzoek is gedaan om te kijken of de moeder toch in staat was om voor haar dochtertje te zorgen en onvoldoende rekening is gehouden met de specifieke kenmerken van moeder en haar dochter.

Al decennialang zijn er klachten van ouders, kinderen en jeugdrechtadvocaten over de manier waarop kinderen (al dan niet met spoed) uit huis worden geplaatst, de gebrekkige onderzoeken, de ongelijke rechtspositie van de ouders bij de kinderrechter, het gebrek aan werken aan terugplaatsing en de beperkte omgang als een kind uit huis is geplaatst. Ook uit de vele rapporten, onderzoeken en documentaires klinkt al jarenlang deze forse kritiek, zoals het onderzoek van de Kinderombudsman uit 2013 en het onderzoek van Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd naar het feitenonderzoek in 2022. Maar het Europees Hof had sinds de uitspraak over de spoeduithuisplaatsing van het kindje Venema in 2002 geen veroordeling van Nederland meer uitgesproken op het gebied van een uithuisplaatsing Het EHRM oordeelde toen dat ouders onvoldoende zijn betrokken in het besluitvormingsproces.

De zaak Van Slooten begon ook met een spoedmachtiging uithuisplaatsing in 2015. Deze gerechtelijke beslissing lag niet ter beoordeling voor bij het Europees Hof. Maar de gang van zaken is niet minder schrijnend en schokkend. De gezinsvoogd wilde zicht hebben op de minderjarige en wilde contact hebben met de moeder in verband met de uitvoering van de ondertoezichtstelling. Die maatregel was uitgesproken op 22 oktober 2015. Moeder was vertrokken vanuit de ene instelling waar ze verbleef naar een andere instelling. Dit was gebeurd zonder overleg met de gezinsvoogd. De gezinsvoogd meende dat er sprake was van ‘onttrekking aan het gezag’. De gezinsvoogd mailt op 28 oktober 2015 naar de begeleiding van moeder dat er een machtiging uithuisplaatsing wordt gevraagd ALS er geen afspraak komt op 29 oktober 2015. Die afspraak maakt de moeder. De moeder mocht er dus vanuit gaan dat er geen machtiging uithuisplaatsing zou worden gevraagd. De gezinsvoogd vraagt en ontvangt echter alsnog op 29 oktober 2015 een spoedmachtiging uithuisplaatsing van de rechtbank. De gezinsvoogd informeert de rechtbank niet over de gemaakte afspraak. Ze gebruikt die machtiging ook daadwerkelijk: het moment dat was afgesproken om te praten en het meisje te zien, wordt door de gezinsvoogd aangegrepen en misbruikt om de dochter bij moeder weg te halen. Er is vijf man politie en vier man van de gecertificeerde instelling aanwezig om het meisje mee te nemen.

Daarna ziet moeder haar dochter enkele weken niet. De gecertificeerde instelling wil verder dat moeder een gezinsopname ondergaat bij gezinspsychiatrie van de GGZ Drenthe te Beilen. Maar moeder vindt het zware middel van een gezinsopname niet nodig, ze heeft geen vertrouwen in de gezinsvoogd en bovendien heeft ze slechte verhalen gehoord over deze instelling. Ze wil best meewerken aan onderzoek, maar dan op een andere manier of een gezinsopname bij een andere instelling.

De gecertificeerde instelling meent dat moeder te lang draalt. Al op 18 februari 2016 wordt het besluit genomen dat de dochter niet meer terugkeert bij haar moeder, omdat moeder niet akkoord gaat met de gezinsopname. “Moeder werkt niet mee”, oordeelt de gecertificeerde insteling. Dat besluit is dus al genomen binnen vier maanden na de start van de ondertoezichtstelling! Een direct gevolg hiervan is dat het contact tussen moeder en dochter verder wordt verminderd, eerst van eens in de week naar eens in de twee weken, gedurende anderhalf uur, begeleid. Nog geen jaar later zou de omgang nog verder worden verminderd naar eens in de vier weken.

Moeder vraagt bij de rechtbank om een nader onderzoek naar haar mogelijkheden om haar dochter te verzorgen en op te voeden. Zij presenteert bij de rechtbank zelfs een uitgebreid onderzoeksplan samen met haar begeleiding. Maar dit plan wordt door de rechtbank, mede op advies van de Raad voor de Kinderbescherming, als onvoldoende beoordeeld en afgewezen. De kinderrechter valt er onder meer over dat de moeder in haar onderzoeksplan als uitgangspunt heeft geformuleerd: “Uitgangspunt en gezamenlijk streven is dat de dochter weer thuis bij moeder komt”. De moeder sluit hiermee aan bij het uitgangspunt dat er gewerkt moet worden aan terugplaatsing. Dat is ook een positieve verplichting voor de overheid die voortvloeit uit het recht op een ongestoord gezins- en privéleven op grond van artikel 8 EVRM. De gecertificeerde instelling nam als uitgangpunt dat de dochter “woont op plek waar ze verzorging liefde en aandacht krijgt die ze nodig heeft”, lees: in het pleeggezin. De kinderrechters zijn het eens met de g.i., oordelen dat het perspectief van de dochter niet per se bij de moeder is en vinden dat het perspectief inmiddels ook niet meer onderzocht hoeft te worden vanwege het verstrijken van de tijd. Het meisje zit nu al te lang in het pleeggezin.

Het Europees Hof benadrukt in deze uitspraak dat het uitgangspunt wel degelijk dient te zijn dat het kind terugkeert in het gezin. Het Hof oordeelt verder dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de ouderschapscapaciteiten van deze moeder en dat het werken aan gezinshereniging / terugplaatsing te snel is opgegeven. Het Hof meent ook dat door de Raad voor de Kinderbescherming onvoldoende onderzoek is gedaan naar de minderjarige zelf. De raad heeft het over een ‘kwetsbaar’ kind, maar onderbouwt en specificeert dit niet. Ook is er onvoldoende rekening gehouden met de moeder zelf. De rechters hebben hier onvoldoende kritisch op getoetst.

De moeder heeft nadien nog drie kinderen gekregen waarvoor ze ook gewoon de verzorging en opvoeding vorm geeft. Het illustreert des te meer dat haar en haar dochter groot onrecht is aangedaan. Haar oudste dochter ziet ze nog steeds maar eens in de maand, begeleid door pleegmoeder.

Deze casus staat niet geïsoleerd. Recent bracht de WODC nog een rapport uit “Terugplaatsing na gedwongen uithuisplaatsing” waaruit blijkt dat: Veel uithuisplaatsingen beginnen met een spoedmachtiging;
Omgang niet direct na een uithuisplaatsing wordt opgestart, en vrijwel altijd eerst begeleid is;
De gecertificeerde instelling tijdens de ondertoezichtstelling een ‘perspectiefbesluit’ neemt, terwijl het perspectief van de minderjarige in beginsel gewoon thuis is;
Maar in ongeveer een vijfde van de gevallen zien de onderzoekers dat er gewerkt is aan thuisplaatsing. De ouders onderschrijven dit lage percentage. De gezinsvoogden hebben zelf de indruk dat dit percentage veel hoger is.
Uiteindelijk wordt maar zo’n 40% teruggeplaatst, waarvan een deel opnieuw uit huis werd geplaatst.

Met andere woorden: als je kind uit huis wordt geplaatst is de kans dat je je kind niet meer thuis krijgt veel groter dan dat je je kind wel terug krijgt. Het komt door onjuiste inzet en onvoldoende onderzoek door de hulpverlening. Rechters toetsen onvoldoende kritisch en gaan te snel uit van de stellingen vanuit de raad en de jeugdbescherming. Het Europees Hof geeft Nederland nu in deze casus daarvoor een veroordeling. Moeder krijgt met € 20.000,= schadevergoeding een klein doekje voor het bloeden.

Mr. drs. M. Erkens, Wateringen-den Haag

Bron:  https://www.eadvocaten.nl

Artikel downloaden:  RECHTERS FOUT GEZAG ONTERECHT AFGEPAKT