Redactie Binnenland Indepen, gepubliceerd 11 juni 2022
De vier kinderen van Sandra (38) moeten volgens de Raad voor de Kinderbescherming onder toezicht worden gesteld vanwege verwaarlozing. Sandra, die juist jarenlang alle zeilen bijzette om haar gezin ondanks de klopjacht door de fiscus én geldzorgen overeind te houden, houdt haar hart vast. De Raad dreigt het roer in haar gezin namelijk opeens zonder pardon over te nemen. Deze dienst dreigt zelfs al intimiderend met uithuisplaatsing, terwijl de gezinstherapie nog niet eens is begonnen.
“Wij houden van onze kinderen. Wij zijn doodsbang ze te verliezen,” slaat ze alarm via deze nieuwssite Indepen. Tegen de macht van de Raad zijn we niet opgewassen, zegt ze. “Ik heb er alles voor over om mijn kinderen te houden.”
Het gezin kan tot 16 juni verweer voeren bij de Raad, die daarna een gang naar de rechtbank maakt om een Ondertoezichtstelling (OTS) te vorderen en een uitspraak te forceren.
De duimschroeven worden nu al meedogenloos en dreigend aangedraaid. ”Indien er binnen drie maanden na de start van de gezinsbehandeling of gezinsopname geen verbetering zichtbaar is, dan zal uithuisplaatsing van de kinderen vermoedelijk de enige manier zijn om de grote zorgen over hen weg te nemen”, schrijft de Raad voor de Kinderbescherming in zijn brief aan de rechtbank. De stukken zijn in handen van deze nieuwssite Indepen.
Sandra, één van de slachtoffers van de toeslagenaffaire, is wanhopig. “Ja, ons gezin is rommelig”, erkent ze, “maar het is liefdevol en voor ons werkt het.”
Haar kinderen zijn 17, 10, 9 en 6 jaar oud. De oudste van het stel zit op het speciaal onderwijs en gaat naar de eindexamenklas vmbo-tl. De jongen wil daarna bij de Koninklijke Landmacht werken.
“Voor zijn testen haalde hij afgelopen jaar eigenlijk alleen maar voldoendes, maar sinds de coronacrisis is hij helaas de motivatie kwijt om naar school te gaan”, zegt Sandra.
“Leerplicht dreigt de knul vanwege spijbelen voor de rechter te slepen”, vertelt zijn moeder over die ándere overheidsinstelling die de zeventienjarige nu opjaagt. Bij dat scenario hangt hem in zijn eindexamenjaar, na de ellende van de coronacrisis, een werkstraf boven het hoofd.
Het tienjarige meisje uit het gezin heeft ondertussen onlangs in de supermarkt twee croissantjes gestolen, en kwam daardoor in het vizier. Kort ervoor ging ze zonder toestemming op avontuur naar de Rotterdamse Lijnbaan, waar ze zonder overleg met haar moeder, lekker eigenzinnig ging bedelen om geld. “Wij zijn arm, wij hebben thuis geen eten”, heeft ze tegen mensen gezegd.
Het zijn de enige twee incidenten rond het kind geweest en ook het meisje gaat gewoon over op school. “Als ik haar vraag: ‘Waarom heb je dat bedelen nou gedaan’, reageert mijn dochter nuffig: ‘Ik heb geen zin om daarover te praten’.”
Het crisisinterventieteam kwam na het bedelen van het meisje direct letterlijk in de keukenkastjes kijken van het gezin. “Maar die stonden vol met boodschappen. Eten is er bij ons thuis ondanks alle geldzorgen altijd genoeg geweest. En de kinderen gaan schoon en met gestreken kleren naar school.”
Maar juist dát wordt door de school bestreden. Weliswaar komen de kinderen altijd met schone kleren de klas in, maar ze ruiken volgens de school niet altijd fris, schrijft de onderwijsinstelling aan de Raad.
De jongste (6) van het gezin, Paul, is bovendien snel overprikkeld in de klas, en dan slaat en stompt hij andere kinderen. Ook zijn zusje (10) weet volgens de school niet altijd goed hoe ze haar emoties moet reguleren.
“Paul is een vrolijke jongen”, schrijft de school evenwel ook aan de Raad, “hij heeft veel behoefte aan beweging.”
De school meldt de Raad bovendien dat de moeder een spil is in haar gezin: “Kracht van de moeder blijft, dat ze opkomt voor haar kinderen. Kracht van de vader is dat hij rust uitstraalt en meer openstaat voor hulp.”
Grote zorg is het gebrek aan structuur in het gezin en het gebrek aan hygiëne.
Sandra, die zich te pletter werkt in de zorg, draait wisseldiensten en maakte in de coronacrisis lange weken om bij te springen op de high care afdeling met doodzieke bejaarden. Haar partner, de vader van de kinderen, werkt in de elektrotechniek.
Jarenlang werd het gezin opgejaagd door de fiscus die deurwaarders inschakelde en loonbeslag legde op kinderopvangtoeslagen die onterecht zouden zijn ontvangen. De huur kon op het dieptepunt van die klopjacht niet meer worden betaald, en het gezin werd daarom zelfs op straat gezet door de verhuurder. Ook water werd een tijd niet meer geleverd, vanwege alle openstaande rekeningen en tienduizenden euro’s aan vorderingen en rekeningen.
”Maar het gaat nu juist beter”, zegt Sandra, die vanwege alle hectiek al veel eerder vroeg om gezinshulp, maar tegen een muur van wachtlijsten aan knalde. De belasting erkent sinds kort dat het gezin niks te verwijten valt en de schulden zijn kwijtgescholden.
Eind goed al goed, bleek helaas maar van korte duur. Want nu dreigt de Raad opeens, na een melding van school, in te grijpen en zelfs de voogdij af te pakken. Jeugdzorg heeft alle zorgen van Sandra weggewoven: “Je moet niet zo zwaar tillen aan die OTS”, zeiden ze, “Jij bent te veel een control-freak.”
De Raad voor de Kinderbescherming gaat bij de rechtbank aankaarten dat, indien de interventie in het gezin na drie maanden nog niet werkt, uithuisplaatsing écht het beste is voor de kinderen.
De Vlaardingse is in shock in welk tempo de Raad intimiderend door blijft walsen. Als geen ander weet ze de dramatische gevolgen van een OTS. Als tienjarige werd ze namelijk uit huis geplaatst vanwege een verslaafde vader. “Het was tijdelijk”, zeiden ze.
Sandra werd evenwel tot haar achttiende van crisisgezin naar gezinsvervangende tehuizen gesleept. Op haar zestiende eindigde ze na een jaar in een gesloten jeugdinrichting in Zetten, omdat er geen goed crisisgezin voor haar was.
Een vreselijke tijd. “Er was in de groep een meisje dat zelfmoord pleegde. En er waren andere meisjes die ramen insloegen, of medewerkers aanvielen en daarna in een isoleercel werden opgesloten. ‘s Nachts huilde ik mezelf in slaap, omdat ik mijn moeder miste.”
De Vlaardingse kwam na een jaar Zetten op een kamerwoonproject terecht met begeleiding van jeugdzorg, maar later werd ze zonder pardon met haar koffertje op straat gezet door diezelfde jeugdzorg. “Nu word je binnenkort 18”, werd erbij gezegd, “dus gaan we afscheid van je nemen.”
Gelukkig had ze toen al een baan in de zorg en werd ze verliefd op Niels, de latere vader van haar vier kinderen.
De hel waarin ze als kind opgroeide onder regie van jeugdzorg, wil ze haar eigen gezin besparen. Ze vecht als een leeuwin.
Maar de Raad voor de Kinderbescherming is meedogenloos. En dreigt tot haar verbijstering zelfs nog voor de gezinsbegeleiding is begonnen al met het doemscenario: uithuisplaatsing.
Wat dan het geweldige alternatief is voor de kinderen na uithuisplaatsing, meldt de Raad in zijn stukken aan de rechtbank niet.
Moeder Sandra vindt de agressie van de Raad stuitend. Ze staat juist open voor hulp, zodat er meer structuur kan komen in haar gezin. Voor de gedragsproblemen van haar kinderen zou ze het liefst voor ieder van hen goede coaching willen. “Gewoon in onze thuissituatie.” Wrang genoeg klopte ze eerder tevergeefs aan voor hulp bij de opvoeding van haar kinderen “Ik heb zo vaak om hulp gevraagd, maar liep en loop tegen wachtlijsten aan. En we kregen eigenlijk nooit wat we nodig hadden: geen begeleiding van de kinderen, maar in plaats daarvan steeds maar praten met mij aan de eettafel, terwijl de kinderen op school waren.”
Om redenen van privacy zijn de namen in dit verhaal gefingeerd.
Download artikel: Doodsbange moeder
COMMENTAAR STICHTING DUTCH CHILD CENTER:
De uithuisplaatsingsindustrie draait nog steeds op volle toeren.
De Belastingdienst en de Raad Kinder “bescherming” werken nog steeds graag mee.
Er is nog geen kind weer thuis/inhuisgeplaatst na alle toezeggingen van de kant van de (r)overheid.
De tirannie van instanties gaat steeds door.
Zie ook de Informatiebladen op de site Stichting Dutch Child Center