BD Carla van der Wal 27 juni 2022
Feitenonderzoek dat voorafgaat aan gedwongen uithuisplaatsingen is niet zorgvuldig genoeg. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd onderzocht 45 uithuisplaatsingen, in geen enkele zaak was dat volledig op orde.
Vorig jaar waren er 3301 nieuwe uithuisplaatsingen. De inspectie concludeert nu dat het ontbreekt aan mondelinge en schriftelijke onderbouwing die laat zien waarom het nodig is tot zo’n maatregel over te gaan. Na het bekijken van 45 dossiers bleek geen één volledig op orde te zijn. ‘Het feitenonderzoek dat voorafgaat aan een gedwongen uithuisplaatsing van een kind is niet altijd en niet op alle onderdelen zorgvuldig genoeg’, zo stelt de inspectie in een rapport dat vandaag uitkwam.
Ook worden kinderen onvoldoende betrokken bij een uithuisplaatsing. Dat moet beter: een gezin moet betrokken worden bij de afweging en zich serieus genomen en begrepen voelen. Nu is dat in de helft van de gevallen niet zo. De besluitvorming rondom uithuisplaatsing ervaren ouders en kinderen als een ‘black box’. Zij vinden dat ‘onvoldoende is geluisterd en onvoldoende tijd is genomen hen te leren kennen.’ Dat terwijl onderzoekers van de Raad voor de Kinderbescherming en jeugdbeschermers juist vinden dat zij goed luisteren naar de verwachtingen en wensen van kinderen en ouders.
Bezwaren
Ouders die bezwaren hebben tegen een uithuisplaatsing komen ook nog eens met lege handen te staan. Het ontbreekt aan hulp om in bezwaar te gaan en er wordt amper hoger beroep ingesteld. Zo komt er weer bijval voor critici van jeugdzorg – waaronder ook ouders – die zeggen dat het systeem niet op orde is. Pijnlijk, want ook de inspectie zelf concludeert dat het gaat over een gevoelig en ingrijpend onderwerp. ‘De rapportage gaat over situaties vol leed en verdriet. Over kinderen en jeugdigen die gedwongen ergens anders moeten gaan wonen. Niet meer bij hun moeder, vader of allebei.’
De inspectie vindt dan ook dat verbeteringen doorgevoerd moeten worden. In de eerste plaats door professionals voldoende mogelijkheden en tijd te bieden een gezin goed te leren kennen en ouders en kinderen bij besluitvorming te betrekken. Ook moet de beslissing om over te gaan tot een uithuisplaatsing beter mondeling en schriftelijk worden uitgelegd en moet de rechtsbescherming voor ouders en kinderen op orde worden gemaakt. Als een uithuisplaatsing uiteindelijk toch plaatsvindt, moet contact met de biologische ouders zoveel mogelijk in stand worden gehouden.
Afgesneden
Tot nu toe gebeurt dat laatste niet in alle gevallen. Sinds kort is een richtlijn overboord die zorgde dat vooral jonge kinderen en hun biologische ouders van elkaar afgesneden werden. Na een half jaar tot een jaar zijn kinderen volgens de richtlijn elders te gehecht, waardoor het zogenaamde ‘opvoedperspectief’ daar kwam te liggen. Hoogleraar Mariëlle Bruning noemde het ‘misschien wel het meest schrijnende aan de crisis die zich nu in de jeugdzorg voltrekt’. Jeugdzorg kampt onder meer met personeelstekorten.
Maar de inspectie ziet ook dat die crisis en het ingewikkelde systeem dat is ontstaan verbeteringen bemoeilijken. De oplopende wachtlijsten zouden met spoed moeten worden opgelost, omdat wachten op hulp problemen vaak verergert. Maar onlangs concludeerde ook een bestuurder van Partners voor Jeugd dat er ‘weinig concrete maatregelen’ zijn om dat te bewerkstelligen.
Bron en meer …. Uithuisplaatsingen onzorgvuldig
Down load artikel: Uithuisplaatsingen onzorgvuldig