De wijziging van het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet is een jaar uitgesteld. Het nieuwe woonplaatsbeginsel gaat nu in per 1 januari 2022 in plaats van 2021.
De invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel gaat gepaard met veel uitzoekwerk, waar gemeenten en jeugdhulpaanbieders tijdens de coronacrisis geen tijd
voor hebben, aldus minister De Jonge.
In zijn brief aan de Tweede Kamer noemt minister De Jonge twee redenen voor het uitstel:
De invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel behoeft eenmalig onder andere veel uitzoekwerk van gemeenten en jeugdhulpaanbieders om na te gaan voor
welke jeugdigen de financieel verantwoordelijke gemeente wijzigt aan de hand van het nieuwe woonplaatsbeginsel. De coronacrisis vergt nu echter veel tijd en
werk van gemeenten en jeugdhulpaanbieders om de continuïteit van zorg te waarborgen. Hierdoor ontstaan risico’s voor een zorgvuldige invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel.
Uitstel naar 1 januari 2022 geeft gemeenten en aanbieders meer tijd.
De invoering van de aangepaste objectieve verdeelmodellen in het gemeentefonds is door het ministerie van BZK uitgesteld tot 1 januari 2022.
Hierdoor kan komend jaar het budget voor voogdij en 18+ nog niet objectief worden verdeeld.
Wanneer de wijziging van het woonplaatsbeginsel per 1 januari 2022 wordt ingevoerd, houden beide wijzigingen gelijke tred.
.
BRON: JEUGDZORG NEDERLAND
.